Naast dagelijks contact met reizigers onderhoudt NS intensieve relaties met veel verschillende stakeholders. Dankzij deze op vertrouwen gebaseerde dialoog kunnen we gezamenlijk kansen benutten en vroegtijdig risico’s accepteren of mitigeren. Ook leveren de gesprekken waardevolle kennis en ideeën op voor onze organisatie en voor een betere en duurzame dienstverlening aan de reiziger.
Onze stakeholders
Mensen of groepen die beïnvloed worden door onze acties en die invloed hebben op onze organisatie en dienstverlening zien we als onze stakeholders. NS monitort voortdurend wie haar belanghebbenden zijn. De aard van een aantal van onze contacten met stakeholders is ingegeven door wetgeving (ministeries en toezichthouders), samenwerking in de keten (vervoerders, ProRail), maar ook door het publieke karakter van onze dienstverlening (reizigers, media en belangengroepen). Ook stakeholders die zich tijdelijk manifesteren rondom bepaalde onderwerpen kunnen een relevante inbreng hebben en nemen we serieus. We organiseren sessies met stakeholders over specifieke thema’s of een brede stakeholderdialoog over de koers van NS. Ook dit jaar hebben deze bijeenkomsten plaatsgevonden, bijvoorbeeld over duurzaam ondernemen.
De dialogen met onze stakeholders vinden op verschillende niveaus in de organisatie plaats, waarbij ook de raad van bestuur veelvuldig betrokken is. Zo bouwen we aan vertrouwen.
Samenwerking in de vervoersketen
Voor een optimale reis van deur tot deur werken we samen met partners in de vervoersketen, zoals andere vervoerders en ProRail. Deze samenwerking heeft een prominente rol binnen alle lagen van onze organisatie. Niet alleen operationeel, maar ook strategisch en met oog voor de langetermijnvisie die we hebben opgesteld vanuit de Mobiliteitsalliantie om mobiliteit binnen Nederland te verbeteren en optimaliseren. Deze intensieve samenwerking met ketenpartners leidt tot hogere klanttevredenheid, door stijgende operationele cijfers zoals punctualiteit en kwaliteit van aansluitingen en door een verbeterde reis van en naar het station.
Toekomstbeeld OV 2040
Om Nederland bereikbaar te houden, blijft samenwerking nodig tussen vervoerders, overheden, ProRail, reizigersorganisaties en andere belanghebbenden. NS heeft daarom ook in 2020 geparticipeerd in de uitwerking van Toekomstbeeld OV 2040. In 2020 hebben de deelnemende partijen gezamenlijk gewerkt aan de totstandkoming van de ontwikkelagenda TBOV ‘Nu instappen naar 2040’. NS heeft een grote bijdrage geleverd in de netwerkuitwerking en de uitwerking op het gebied van knooppunten. Ook waren we actief betrokken bij het opstellen van de ontwikkelagenda. Op de Landelijke OV- en Spoortafel in november 2020 is de ontwikkelagenda vastgesteld. Dit document zal de komende jaren richtinggevend zijn voor mobiliteitsbeleid van IenW.
Regionaal maatwerk
NS is er voor heel Nederland: dicht- en dunbevolkt, Randstad en andere regio’s, voor alle twaalf provincies. We hebben oog voor de behoeften van verschillende regio’s én voor de nationale en internationale bereikbaarheid van Nederland. In september vond op initiatief van NS het eerste bestuurlijke regiodiner plaats waar regionale bestuurders en de raad van bestuur van NS spraken over gezamenlijke ambities en opgaven en over de samenwerking tussen regio’s en NS. De regionale overheden zijn voor ons een belangrijke partner en het bestuurlijke regiodiner was voor ons een markering van een verdere intensivering van de samenwerking tussen de verschillende provincies en NS.
Afgelopen jaar hebben we onverminderd gesproken met regionale overheden over de ontwikkeling van de dienstregeling en de spoor-/OV-infrastructuur en over de rol van de trein in de bereikbaarheid. Ook hebben regionale overheden veel aandacht voor en interesse in knooppuntontwikkeling, mede vanuit de bouwimpuls, internationale treinverbindingen en spreiding van reizigers in de spits. Regionale bestuurders staan voor grote opgaven en complexe uitdagingen zoals de stikstofcrisis en zien dat NS kan bijdragen aan het oplossen van deze opgaven. De samenwerking met de provincies en regio’s wil NS verder intensiveren door gezamenlijk plannen uit te werken en maatregelen te realiseren.
Dilemma’s in overleggen
Door vroegtijdig dilemma’s te delen met stakeholders probeert NS inzicht te geven in beleidsafwegingen en gezamenlijk tot oplossingen te komen. We geven stakeholders feedback over hun ideeën en adviezen en de effecten van de dialoog op het beleid van NS, zowel in reguliere overleggen en themasessies als in verslagen. Bijvoorbeeld bij aanpassen van onze productenportfolio of het maken van een nieuwe dienstregeling. Het doel is dat reizigers hiervan profiteren, maar vaak is het onvermijdelijk dat er reizigers zijn voor wie een keuze nadelig uitpakt. Over deze dilemma’s spreken we met consumentenorganisaties.
Overleg met vakbonden
NS hecht veel waarde aan een goede relatie met de vakbonden. In 2020 zijn we gestart met de gesprekken met de bonden over de nieuwe cao, het sociaal plan en pensioen. Daarnaast spraken we over de effectuering van de afspraken uit de cao 2017-2020 en het hieruit voortvloeiend HR-beleid, bijvoorbeeld ten aanzien van veilig werken in het kader van corona, ziekteverzuim en duurzame inzetbaarheid.
Casus: reizigers spreiden om drukte te voorkomen
Om nieuwe ‘spitsmomenten’ en daarmee te vol OV te voorkomen is het zaak om de beschikbare capaciteit zo goed mogelijk door de dag heen te gebruiken, ook om het OV betaalbaar te houden. Het uitgangspunt is dat de opleidingen niet allemaal op hetzelfde moment beginnen maar dat er een verschil zit tussen de aanvangstijden. Daarnaast wordt binnen opleidingen ook per studierichting gekeken naar spreiding van het begin van de colleges en lessen.
Samen met andere OV-bedrijven, gemeenten en provincies hebben we in de eerste helft 2020 (regionale) afspraken gemaakt met universiteiten, hbo- en mbo-instellingen en middelbare scholen om leerlingen en studenten gespreid te laten reizen. In november 2020 zijn de landelijke spreidingsafspraken en aanpak, samen met de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en Infrastructuur en Waterstaat, na een goede evaluatie verlengd tot de zomer van 2021. De vervoer- en onderwijssector bouwt hierbij voort op de ervaringen in de regio Arnhem-Nijmegen waar sinds september 2018 al afspraken gelden met de Radboud Universiteit, de HAN University of Applied Sciences en het ROC Nijmegen. Door het aanpassen van hun aanvangstijden verminderde het aantal treinreizigers op het drukste moment met 22 procent en het aantal reizigers in de bus met 10 procent. Zulke afspraken willen we ook graag maken met andere werkgevers, waaronder de overheden.
Casus: Bereikbaarheid Zeeland verbeteren en versnellen
De provincie Zeeland en NS zijn al sinds 2018 met elkaar in gesprek over verbetering en versnelling van de Zeeuwse dienstregeling naar de Randstad en Noord-Brabant. In 2019 hebben we deze wens gedeeltelijk ingewilligd door spitstreinen in de ochtend en de avond toe te voegen.
De eigenlijke wens van frequentieverhoging en versnelling over een groter deel van de dag lukte vanwege een te groot exploitatietekort niet. In 2020 heeft het Rijk echter besloten om de provincie Zeeland een compensatiepakket toe te kennen vanwege het niet doorgaan van de vestiging van de marinierskazerne in Vlissingen. De ingestelde commissie Wientjes onderzocht daartoe samen met onder andere ProRail en NS mogelijke verbeteringen op het gebied van mobiliteit om daarmee de provincie een economische impuls te geven. De commissie adviseerde een stapsgewijze verbetering en versnelling van de dienstregeling. Het rijk stelt hiervoor budget beschikbaar.
De eerste stap voert NS met ingang van dienstregeling 2022 uit en betreft 3 treinen per uur. Hiervan rijdt één trein als snelle Intercity naar de Randstad, één trein als stoppende Intercity naar de Randstad en één sprinter tot Roosendaal. De vervolgstap een verdere versnelling van de verbinding via de HSL en een tweede doorgaande Intercity op de langere termijn. Hierover overlegt NS met het ministerie van IenW, de provincie Zeeland en ProRail.
Daarnaast werkt NS in het kader van Ontwikkelplan Slimme Mobiliteit samen met de provincie en gemeenten aan een regionaal ontwikkelplan. Dat richt zich onder andere op stationsontwikkeling, mobiliteitshubs en kansen voor forenzen, de toeristische sector en studenten en scholieren.