(in miljoenen euro's) | 31 december 2020 | 31 december 2019 |
Vorderingen op opdrachtgevers uit onderhanden projecten | - | - |
Debiteuren | 379 | 445 |
Nog te factureren opbrengsten | 117 | 305 |
Overige belastingen en sociale lasten | 181 | 86 |
Overige vorderingen | 498 | 308 |
Totaal | 1.175 | 1.144 |
Onder de debiteuren en overige vorderingen is een bedrag opgenomen van € 210 miljoen (2019: € 3 miljoen) met betrekking tot ProRail en Rijksoverheid. Van dit bedrag ziet € 202 miljoen toe op de te ontvangen beschikbaarheidsvergoeding OV in Nederland en € 6 miljoen op te ontvangen de NOW (zie noot 1).
De ouderdomsopbouw van de debiteuren op de verslagdatum was als volgt:
(in miljoenen euro's) | 31 december 2020 | 31 december 2019 | ||
Bruto | Voorzien | Bruto | Voorzien | |
Nog niet opeisbaar | 144 | 21 | 374 | - |
Opeisbaar 0-30 dagen | 98 | 18 | 46 | - |
Opeisbaar 31-120 dagen | 162 | 14 | 19 | 1 |
Opeisbaar 121-180 dagen | 6 | 2 | 3 | 1 |
Opeisbaar 181-360 dagen | 23 | 2 | 3 | 1 |
Opeisbaar meer dan een jaar | 5 | 2 | 4 | 1 |
Totaal | 438 | 59 | 449 | 4 |
Onder een aantal ouderdomscategorieën zijn debiteuren inbegrepen op concessieverleners in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk waarop geen voorzieningen getroffen zijn.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen
Mutaties in de voorziening voor bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot debiteuren gedurende het jaar waren als volgt:
(in miljoenen euro's) | 2020 | 2019 |
Stand per 1 januari | 4 | 3 |
Toevoegingen | 56 | 5 |
Verbruik | -1 | -3 |
Vrijval | - | -1 |
Stand per 31 december | 59 | 4 |
De toename van de voorziening debiteuren wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door getroffen voorziening die betrekking heeft op vordering in verband met een claim op een leverancier.
Waarderingsgrondslag
De debiteuren en overige vorderingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde plus eventuele direct toerekenbare transactiekosten. Na eerste opname worden deze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve-rentemethode.
De Groep vormt een voorziening voor bijzondere waardeverminderingen ter grootte van de verwachte kredietverliezen uit hoofde van handels- en overige vorderingen. De belangrijkste onderdelen van deze voorziening zijn een specifieke verliesvoorziening voor afzonderlijke belangrijke posities en een collectieve verliesvoorziening voor groepen vergelijkbare activa in verband met verliezen die worden verwacht, maar nog niet geïdentificeerd. De collectieve verliesvoorziening wordt bepaald op basis van historische betalingsgegevens voor vergelijkbare financiële activa.
Voorzieningen met betrekking tot debiteuren worden getroffen indien sprake is van een bijzondere waardevermindering, tenzij de Groep er zeker van is dat het onmogelijk is het verschuldigde bedrag terug te krijgen. In dat laatste geval wordt het bedrag aangemerkt als oninbaar en direct afgeboekt ten laste van het betreffende financiële actief.
Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd tegen kostprijs plus tot balansdatum genomen winst, verminderd met een voorziening voor voorzienbare verliezen en verminderd met gefactureerde termijnen naar rato van de voortgang van het project. De kostprijs omvat alle uitgaven die rechtstreeks verband houden met specifieke projecten en een toerekening van de gemaakte vaste en variabele indirecte kosten in verband met de contractactiviteiten op basis van de normale productiecapaciteit.
Er is sprake van een vordering indien het bedrag van de gemaakte kosten (inclusief het verantwoorde resultaat) hoger is dan het bedrag van de gefactureerde termijnen. Indien het bedrag van de gemaakte kosten (inclusief het verantwoorde resultaat) lager is dan het bedrag van de gefactureerde termijnen, is sprake van een schuld.
Van onderhanden projecten in opdracht van derden worden de contractuele opbrengsten en lasten in de winst-en-verliesrekening verwerkt naar rato van het stadium van voltooiing van het project. Het stadium van voltooiing wordt bepaald aan de hand van de kosten van de verrichte werkzaamheden in relatie tot de totaal verwachte kosten. Zodra een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van het resultaat wordt een evenredig deel van de winst ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht. Verwachte verliezen op projecten worden onmiddellijk geheel in de winst-en-verliesrekening opgenomen.