Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

25. Financiële instrumenten – Risicobeheer en reële waarde

De Groep is uit hoofde van het gebruik van financiële instrumenten blootgesteld aan de volgende risico’s:

  • Marktrisico’s bestaande uit:

    • Renterisico

    • Valutarisico

    • Prijsrisico energie

  • Kredietrisico

  • Liquiditeitsrisico

  • Verzekeringstechnische risico’s

Risicobeheerkader

De raad van bestuur heeft de eindverantwoordelijkheid voor de inrichting van en het toezicht op het risico-beheerkader van de groep. De Risk- en Auditcommissie en de raad van commissarissen zien toe op de toereikendheid van het risicobeheerkader in samenhang met de risico's waarmee de Groep te maken heeft. De Risk- en Auditcommissie van de Groep wordt in haar toezichthoudende functie bijgestaan door NS Audit, NS Risk en de afdeling Group Control & Expertise. NS Audit levert door het uitvoeren van regelmatige en incidentele evaluaties aanvullende assurance over de goede beheersing van alle bedrijfsprocessen van NS. De bevindingen van NS Audit worden gerapporteerd aan de Risk- en Auditcommissie.

Het risicobeleid van de Groep heeft als doel de risico's waarmee de Groep zich geconfronteerd ziet, in kaart te brengen en te analyseren, passende risicolimieten en -controles te bepalen en naleving van de limieten te bewaken. Beleid en systemen voor financieel risicobeheer worden regelmatig geëvalueerd en, waar nodig, aangepast aan de veranderingen in de marktomstandigheden en de activiteiten van de Groep. Het financieel risicobeheer maakt onderdeel uit van het NS risk framework.

Ten behoeve van een adequaat risicobeheer is aanvullend beleid vastgesteld voor een aantal bedrijfsonderdelen. Zo kennen NS Insurance en Abellio gezien de aard van de activiteiten specifieke risicobeheersing in vergelijking met de overige bedrijfsonderdelen, waarvoor Corporate Treasury inhoud geeft aan het financiële risicobeheer.

Via Abellio neemt de Groep deel in buitenlandse vervoersconcessies (Verenigd Koninkrijk en Duitsland). Deze activiteiten vinden hoofdzakelijk plaats in het Verenigd Koninkrijk; grotendeels zelfstandig of met minderheidsaandeelhouders en een ander deel door middel van een joint venture met partner Serco, waarin beide partijen gelijk zijn vertegenwoordigd. Het financiële risicobeheer van Abellio maakt onderdeel uit van het Abellio risk framework en daarmee van het NS risk framework. Met de aandeelhouder zijn in 2016 afspraken gemaakt over de hoogte van financiële middelen die gemoeid mogen zijn met de buitenlandactiviteiten van de Groep.

Marktrisico’s

Marktrisico betreft het risico dat de inkomsten en uitgaven van de Groep of de waarde van de beleggingen in financiële instrumenten nadelig worden beïnvloed door veranderingen in marktprijzen zoals die van grondstofprijzen, valutakoersen en rentetarieven. Het beheer van het marktrisico heeft tot doel de marktrisico-positie binnen aanvaardbare grenzen te houden bij een optimaal rendement. Het marktrisico omvat drie soorten risico’s: renterisico, valutarisico en prijsrisico.

Renterisico

Het beleid van de Groep is erop gericht dat minimaal 50% van het renterisico op opgenomen leningen is gebaseerd op een vaste rente. Bij het bepalen van het renterisico op opgenomen leningen kan de Groep rekening houden met beschikbare liquiditeiten die het renterisico van variabel rentende leningen kunnen neutraliseren. De Groep maakt gebruik van derivaten zoals renteswaps om het renterisico te beperken. Renterisico's worden grotendeels centraal beheerd. Het aanhouden van zowel renteposities met betrekking tot buitenlandse concernonderdelen is gereglementeerd en vindt plaats binnen gedefinieerde positielimieten. Speculatieve posities worden niet ingenomen.

Blootstelling aan renterisico

Het renteprofiel van de financiële instrumenten die rentedragend zijn, is als volgt:

(in miljoenen euro's)

31 december 2020

31 december 2019

Verplichtingen met een variabele rente

  

Financiële verplichtingen

-

-

Effect van renteswaps

-

-

 

-

-

Verplichtingen met een vaste rente

  

Financiële verplichtingen

1.180

761

Leaseverplichtingen

2.066

2.109

Effect van renteswaps

-

-

 

3.246

2.870

Financiële activa

  

Financiële activa met een vaste rente

40

62

Financiële activa met een variabele rente (met name liquiditeiten)

1.137

818

De Groep heeft geen financiële verplichtingen aangegaan in GBP met een variabele rente, derhalve hebben mogelijke rentewijzigingen als gevolg van de Brexit geen invloed op de Groep.

Valutarisico

De Groep loopt valutarisico op inkopen, handelsactiviteiten, liquide middelen, opgenomen leningen, overige balansposities en niet in de balans opgenomen verplichtingen die luiden in een andere valuta dan de euro. Uit hoofde van haar bedrijfsactiviteiten heeft de Groep hoofdzakelijk valutaposities in het Britse pond (GBP) en de Zwitserse frank (CHF).

Het risico van schommelingen in wisselkoersen wordt afgedekt met behulp van valutatermijncontracten, spot en/of termijn aan- en verkopen en swaps waardoor één of meer van de risico’s waaraan de primaire financiële instrumenten onderhevig zijn, worden afgedekt. Hoofdzakelijk vinden aan- en verkopen, investerings- en financieringsverplichtingen alsmede verrekeningen met buitenlandse spoorwegmaatschappijen plaats in de functionele valuta van de bedrijfsonderdelen van de Groep, de euro (EUR) en het Britse pond (GBP).

Het valutarisico op de deelnemingen in vreemde valuta (Britse ponden en Zwitsere frank) wordt niet afgedekt. Alleen indien de Groep verwacht de bedrijfsactiviteiten te beëindigen, worden de valutarisico’s inzake de omrekenverschillen van zowel de onderliggende balansposten en de deelnemingswaarde, waar de functionele valuta afwijkt van de euro, afgedekt. De valutaresultaten op de reguliere balansposten van de deelnemingswaarde wordt middels de wettelijke reserve koersverschillen verantwoord in het eigen vermogen.

Ultimo jaareinde 2020 en 2019 worden geen materiële posten aangehouden in andere dan de functionele valuta van het betreffende bedrijfsonderdeel.

Ultimo 2020 heeft de Groep voor afdekking van specifieke valutaposities een aantal forward contracten en valutaswaps afgesloten in GBP. De nominale waarde van de afgedekte posities bedraagt ultimo 2020 € 278 miljoen (ultimo 2019: € 252 miljoen). De reële waarde van deze valutaderivaten ultimo 2020 bedraagt € 2 miljoen negatief (ultimo 2019: € 9 miljoen negatief).

Brexit

Brexit vond plaats op 31 januari 2020 en in december werd uiteindelijk een handelsovereenkomst tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk gesloten. Deze werd op 1 januari 2021 van kracht en maakte een einde aan het vrije verkeer van personen en goederen en diensten tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU. Het akkoord garandeert een tariefvrije handel tussen het VK en de EU zonder beperkingen van het handelsvolume, maar in sommige gevallen zullen aanvullende douaneaangiften nodig zijn.

Als bedrijf is Abellio aanzienlijk geïsoleerd van de negatieve gevolgen van Brexit, aangezien het een binnenlandse klantenkring heeft en geen grensoverschrijdende activiteiten ontplooit. Brexit heeft echter het potentieel om de wervingsplannen te verstoren, met name wat betreft uitzendkrachten, voornamelijk buschauffeurs en schoonmakers, als gevolg van een nieuw op punten gebaseerd immigratiesysteem en visumvereisten.

Hoewel Abellio een grotendeels in het Verenigd Koninkrijk gevestigde toeleveringsketen heeft, kan de invoer van sommige rollend materieel en onderdelen via het Europese vasteland problemen opleveren. Abellio heeft samengewerkt met partners uit de sector om problemen met betrekking tot Brexit te identificeren en aan te pakken.

Gevoeligheidsanalyse vreemde valuta

Aangezien ultimo 2020 en ultimo 2019 geen materiële posten in financiële instrumenten worden aangehouden in vreemde valuta, heeft een verandering van de euro ten opzichte van een vreemde valuta per jaareinde geen materieel effect op het vermogen en de winst over de verslagperiode.

Prijsrisico energie

Nederland

De Groep is gevoelig voor het effect van marktfluctuaties in de energieprijs. In 2014 heeft de Groep met Eneco een tienjarig contract (2014-2024) afgesloten voor de levering van groene tractie-elektriciteit aan het materieelpark in Nederland. Vanaf 2015 rijdt 50% van de treinen in Nederland op groene stroom en sinds 2017 rijdt de Groep in Nederland volledig groen op het spoor. Het contract dekt de volgende risico's als volgt (gedeeltelijk) af:

  • Prijsrisico: de vergoedingen voor Programma Verantwoordelijkheid en Garanties van Oorsprong liggen de gehele contractperiode vast. Het contract biedt de mogelijkheid voor toekomstige jaren de benodigde elektriciteit op basis van een hedge strategie in te kopen waarmee de mate van blootstelling aan de marktprijs wordt beperkt

  • Kredietrisico: het kredietrisico is beperkt tot de credit rating afhankelijke drempels. Indien de zogeheten Exposure (deze houdt o.a. rekening met het verschil tussen marktwaarden en contractwaarde van ingedekt elektriciteit op basis van hedge strategie) boven een bepaalde credit rating afhankelijke drempel uitkomt, dient de Groep dan wel Eneco garanties dan wel cash collateral te stellen aan de andere partij.

  • Volumerisico: het volume risico is beperkt, omdat voor elk nieuw jaar het volume van het jaar daarvoor opnieuw wordt opgegeven. Binnen het betreffende jaar geldt in aanvulling op voorgaande nog een bandbreedte t.a.v. het volume waarbinnen meer of minder verbruik geen effect heeft op de prijs.

Het contract voldoet aan de ‘own use’ criteria en is niet geclassificeerd als derivaat.

Verenigd Koninkrijk

Abellio heeft voor enkele dochters brandstof-hedgecontracten afgesloten om zich deels in te dekken tegen de bewegingen in de brandstofprijs en de daarmee samenhangende valutarisico’s. Hiertoe worden voor een gedeelte van haar brandstofkosten maandelijks forward contracten gebruikt voor een toekomstige periode (variërend tussen 2020 en 2021) ter indekking van de risico’s ten aanzien van de brandstofkosten en de daarmee samenhangende valutarisico’s. De met deze hedgecontracten afgegeven garanties zijn opgenomen in noot 31.

Gevoeligheid commodity (brandstof) derivaten

De gevoeligheid van de commodity derivaten met een boekwaarde ultimo 31 december 2020 van € 29 miljoen negatief (31 december 2019: 5 miljoen negatief) is als volgt: door een stijging van € 0,10 van de brandstofprijs zal de negatieve waarde van de commodity derivaten afnemen met circa € 30 miljoen (31 december 2019: € 37 miljoen) en het eigen vermogen toenemen met € 24 miljoen (31 december 2019: € 31 miljoen). Bij een daling van de brandstofprijs zal een omgekeerd effect zichtbaar zijn.

Kredietrisico

Kredietrisico is het risico van financieel verlies voor de Groep indien een afnemer of tegenpartij van een

financieel instrument de aangegane contractuele verplichtingen niet nakomt. Kredietrisico’s vloeien met name voort uit vorderingen op klanten en uit beleggingen. Op balansdatum was geen sprake van belangrijke concentraties van kredietrisico’s.

De boekwaarde van de financiële activa vertegenwoordigt het maximale kredietrisico. Voor wat betreft het kredietrisico inzake Eurofima wordt verwezen naar noot 31. Het maximale kredietrisico op de verslagdatum was als volgt:

(in miljoenen euro's)

Toelichting

31 december 2020

31 december 2019

Belang in Eurofima

22

88

88

Belang in obligaties

22

33

29

Leningen en vorderingen

22

7

7

Financiële leases

22

-

33

Comodity derivaten

22

-

2

Overige financiële vaste activa

22

32

-

Debiteuren en overige vorderingen

17

877

753

Geldmiddelen en kasequivalenten

18

1.137

818

Totaal

 

2.174

1.730

Beleggingen

De Groep beperkt haar kredietrisico van beleggingen door uitsluitend te beleggen bij wederpartijen die voldoen aan het door het concern opgestelde beleid. Periodiek wordt getoetst of contractpartijen (nog) voldoen aan het beleid en of nadere acties gewenst zijn.

Gezien de kredietwaardigheid van tegenpartijen verwacht de Groep dat de tegenpartijen aan de verplichtingen zullen voldoen. Voor de beleggingen, obligaties en deposito’s zijn in 2020 en 2019 geen bijzondere waardeverminderingsverliezen geleden. Beleggingen worden in principe aangegaan bij tegenpartijen die een kredietwaardigheid hebben van ten minste een lange termijn creditrating van A- van Standard & Poor’s en ten minste een lange termijn creditrating van A3 van Moody’s of bij een aantal Nederlandse gemeenten. Indien een wederpartij slechts één creditrating heeft, dient voldaan te worden aan de hiervoor beschreven ratingeisen van Standard & Poor’s of Moody’s. De beleggingen die niet meer voldoen aan dit beleid worden of als uitzondering gedoogd en frequent gemonitord of afgebouwd (met name via regulier verloop), hetgeen nog tot enige tijd na balansdatum kan duren. De buitenlandse ondernemingen van de Groep beschikken niet over langdurige materiële liquiditeitsoverschotten, tenzij dit voortvloeit uit de normale bedrijfsactiviteiten (vooruitontvangen gelden).

Debiteuren en overige vorderingen

Het kredietrisico uit hoofde van handels- en overige vorderingen van de Groep wordt hoofdzakelijk bepaald door de individuele kenmerken van de afzonderlijke afnemers. De demografische aspecten van het klantenbestand waaronder het risico op wanbetaling in de sector en het land waarin de afnemers actief zijn, hebben minder invloed op het kredietrisico. Circa 8% (2019: 8%) van de opbrengsten van de Groep wordt gerealiseerd uit verkooptransacties met de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Als onderdeel van het door de bedrijfsonderdelen gehanteerde kredietbeleid wordt iedere nieuwe klant afzonderlijk op kredietwaardigheid beoordeeld voordat standaard betalings- en leveringsvoorwaarden worden aangeboden. In geval van contractverlenging worden ook eigen ervaringscijfers gebruikt bij de beoordeling van de kredietwaardigheid. Bij de beoordeling van het kredietrisico worden klanten op basis van kredietkenmerken ingedeeld in groepen, onder andere in overheid, bedrijven, particulieren en klanten met eventuele eerdere financiële problemen. Aan klanten met een hoog risicoprofiel wordt alleen na goedkeuring van de raad van bestuur geleverd. Met het grootste gedeelte van de afnemers wordt al enige jaren zaken gedaan, waarbij slechts in incidentele gevallen sprake is geweest van (niet-materiële) verliezen.

Liquiditeitsrisico

Liquiditeitsrisico is het risico dat de Groep problemen krijgt om te voldoen aan haar verplichtingen. De uitgangspunten van het liquiditeitsrisicobeheer zijn dat voor zover mogelijk voldoende liquiditeiten worden aangehouden om te kunnen voldoen aan de huidige en toekomstige financiële verplichtingen op korte termijn, in normale en moeilijke omstandigheden, en zonder dat daarbij onaanvaardbare risico’s worden gelopen of de reputatie van de Groep in gevaar komt. De Groep beschikt over voldoende liquide middelen of middelen die snel liquide gemaakt kunnen worden. Daarnaast heeft de Groep de beschikking over gecommitteerde kredietfaciliteiten waarvan € 300 miljoen tot mei 2022 en € 345 miljoen tot mei 2023.

Voor de veronderstellingen ten aanzien van het kunnen beschikken over liquiditeit wordt verwezen naar de paragraaf over de impact van corona en de gehanteerde continuïteitsveronderstellingen.

De Groep beheert de liquiditeiten op basis van een periodiek (bottom-up) opgebouwde liquiditeitsprognose. Op basis van die prognose worden aan de bedrijfsonderdelen die klant zijn van de In House Bank van Corporate Treasury financieringslimieten verstrekt. De bank bewaakt deze limieten en overschrijding is niet mogelijk, tenzij goedkeuring is verkregen. Hiermee heeft Corporate Treasury een early-warning-systeem. De liquiditeitsprognose alsmede de hierboven vermelde financieringslimieten stelt Corporate Treasury in staat de liquiditeiten (uitzetten en opnemen van middelen) te managen.

Hieronder volgen de resterende contractuele looptijden van de financiële verplichtingen, inclusief de geschatte rentebetalingen. De bedragen zijn bruto en niet contant gemaakt.

 

31 december 2019

(in miljoenen euro's)

Boekwaarde

Contractuele kasstromen

< 6 mnd

6-12 mnd

1-2 jaar

2- 5 jaar

> 5 jaar

Niet-afgeleide financiële verplichtingen

       

Onderhandse leningen

658

655

22

37

95

135

366

Financiële leaseverplichtingen

2.109

2.372

242

242

431

691

1.008

Rekeningcourant krediet banken

40

40

40

    

Overige financiële verplichtingen

39

39

-

-

-

-

39

Crediteuren en overige schulden

814

814

814

-

-

-

-

        

Afgeleide financiële verplichtingen

       

Voor afdekking gebruikte renteswaps kasstroom afdekking

9

9

5

4

   

Commodity derivaten

9

9

2

2

2

1

2

Totaal

3.678

3.938

1.125

285

528

827

1.415

        
 

31 december 2020

(in miljoenen euro's)

Boekwaarde

Contractuele kasstromen

< 6 mnd

6-12 mnd

1-2 jaar

2- 5 jaar

> 5 jaar

Niet-afgeleide financiële verplichtingen

       

Onderhandse leningen

1163

1163

17

33

84

313

716

Leaseverplichtingen

2066

2288

242

242

325

657

822

Rekeningcourant krediet banken

17

17

17

-

-

-

-

Overige financiële verplichtingen

2

2

2

-

-

-

-

Crediteuren en overige schulden

961

961

961

-

-

-

-

        

Afgeleide financiële verplichtingen

       

Valutaderivaten

-

      

Commodity derivaten

29

7

7

15

-

-

-

Totaal

4.238

4.438

1.246

290

409

970

1.538

De bovenstaande posten zijn gesaldeerd opgenomen omdat contractueel de afdekkingstransacties gesaldeerd worden afgewikkeld. Bij het berekenen van de toekomstige kasstromen is aangenomen dat de toekomstige variabele-rentestanden gelijk zijn aan de laatst bekende variabele-rentestand.

Ten aanzien van de risico’s in het kader van kapitaal heeft de Groep een met de aandeelhouder afgestemd dividendbeleid.

Verzekeringstechnische risico’s

In het kader van haar bedrijfsactiviteiten loopt de Groep risico’s die verzekerd kunnen worden. Risico’s boven het eigen risico van de bedrijfsonderdelen worden beheerst via dochteronderneming NS Insurance. Dit betreft het risico van bots-, brand-, bedrijfs- en aansprakelijkheidsschades. De maximale omvang van deze schades wordt eens in de drie jaar, of vaker indien gewijzigde omstandigheden daartoe nopen, berekend door externe deskundigen. Dochteronderneming NS Insurance verzekert de genoemde risico’s van de bedrijfsonderdelen. Zij verzekert geen derde partijen. Indien de totale jaarlijkse schadelast het eigen behoud van NS Insurance overschrijdt, wordt deze door herverzekering gedekt. De schades van de Groep worden vergoed uit de premie-inkomsten en beleggingsopbrengsten van NS Insurance. Indien de totale kosten, inclusief schadelast, hoger is dan de opbrengsten, worden deze kosten voldaan uit de – toereikende – vrije reserve van NS Insurance.

NS Insurance is herverzekerd door middel van stop-loss-herverzekeringscontracten. Periodiek worden MPL-(Maximum Possible Loss) onderzoeken gedaan om verzekerde limieten vast te stellen. NS Insurance sluit, indien de marktomstandigheden dit mogelijk maken, uitsluitend herverzekeringen af bij partijen met een rating van ten minste A-. Indien de rating daalt beneden A- is zij in de gelegenheid de herverzekeringsovereenkomst op te zeggen. Dit heeft zich tot op heden niet voorgedaan. De herverzekeraars van NS Insurance hebben ultimo 2020 minimaal een rating van A-.

NS Insurance is een verzekeringsmaatschappij, die onder toezicht staat van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. Verzekeraars moeten een eigen vermogen aanhouden van minimaal de solvabiliteitseis van Solvency II (SCR of wel Solvency Capital Requirement). Ook worden verzekeraars geacht een eigen normsolvabiliteit te bepalen. NS Insurance heeft haar normsolvabiliteit zodanig bepaald dat bij het optreden van het stressscenario toch voldaan blijft worden aan de SCR. De normsolvabiliteit bedraagt € 46 miljoen. NS Insurance voldoet hier ruimschoots aan. NS Insurance wordt 100% meegeconsolideerd in de Groep.

Toevoegen aan verslag
Print pagina