Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

31. Niet in de balans opgenomen regelingen

Tegen NS en/of groepsmaatschappijen lopen een aantal onderzoeken en zijn diverse claims ingediend die door haar worden betwist. Voor zover noodzakelijk geacht zijn hiervoor voorzieningen getroffen. Een aantal belangrijke onderwerpen wordt hieronder toegelicht.

ACM

In het besluit van 6 maart 2015 heeft de ACM geconcludeerd dat NS artikelen 67 en 71 van de Spoorwegwet (“Spw”) heeft overtreden door in het kader van de aanbesteding Limburg geen redelijk aanbod te doen voor wat betreft een aantal voorzieningen. Op 22 mei 2017 heeft de ACM geoordeeld dat NS in strijd heeft gehandeld met artikel 24 van de Mededingingswet en artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. De ACM heeft NS hiervoor een boete opgelegd van € 40,95 miljoen. De ACM stelt, op grond van een normenkader dat zij zelf heeft bepaald, dat de bieding van NS niet aan de interne rendementseis zou voldoen. Deze benadering van de ACM is nieuw en heeft verstrekkende gevolgen voor de spoorsector en toekomstige aanbestedingen en investeringen door NS. Gelet hierop heeft NS bezwaar aangetekend tegen het besluit. NS betwist dat zij een verlieslatend bod zou hebben gedaan bij de aanbesteding van het openbaar vervoer in Limburg. Het bod voldeed ook aan de interne rendementseis. NS is het daarom oneens met het oordeel en onderbouwing van het besluit van de ACM. NS heeft door middel van een bezwaarschrift aan de ACM gevraagd het besluit te heroverwegen. Op 29 maart 2018 heeft de ACM de bezwaren van NS afgewezen. NS heeft beroep ingesteld tegen het besluit op bezwaar. De opgelegde boete is in 2017 voldaan en ten laste gebracht van het resultaat 2017. De rechtbank Rotterdam heeft op 27 juni 2019 het besluit van de ACM vernietigd. De boete blijft niet in stand en is in juli 2019 teruggestort aan NS en in 2019 in het resultaat verwerkt. De ACM heeft hoger beroep aangetekend en een termijn gevraagd om de gronden aan te vullen. Er zijn geen belangrijke ontwikkelingen in 2020.

Openbaar Ministerie

Het Openbaar Ministerie (Functioneel Parket ‘s-Hertogenbosch) is in 2015 een strafrechtelijk onderzoek gestart naar mogelijke strafbare feiten in verband met de aanbesteding voor het openbaar vervoer in Limburg. Het onderzoek is gericht op feiten en omstandigheden rondom een vermeende constructie inzake het bekendmaken van bedrijfsgeheimen. Onder meer de vennootschappen NS Groep N.V., Qbuzz B.V., Abellio Transport Holding B.V. en Abellio Nederland B.V. zijn als verdachte aangemerkt. In februari 2016 heeft de NS Groep N.V. het eind proces-verbaal met betrekking tot het strafrechtelijke onderzoek ontvangen. Het OM heeft nadien NS Groep N.V. gedagvaard. De inhoudelijke behandeling heeft in het tweede deel van 2017 plaatsgevonden. Op 21 december 2017 heeft de Rechtbank Oost-Brabant NS vrijgesproken ten aanzien van twee aan NS ten laste gelegde feiten en is het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard ten aanzien van een derde aan NS ten laste gelegd feit.

Op 13 november 2020 heeft het Openbaar Ministerie heeft het hoger beroep in de strafzaak tegen NS ingetrokken.

Chroom 6

Op donderdag 31 januari 2019 heeft het RIVM de resultaten gepresenteerd van het onderzoek Chroom-6 bij het re-integratieproject tROM in Tilburg. In het Tilburgse project tROM werkten tussen 2004 en 2011 uitkeringsgerechtigden aan onder andere NS-treinen en museumtreinen in de toenmalige werkplaats van NedTrain Tilburg. Het RIVM heeft onderzoek uitgevoerd, waaraan NS haar medewerking heeft verleend. Een onafhankelijke commissie heeft aan de hand van de onderzoeksresultaten conclusies getrokken en adviezen geformuleerd. De commissie heeft stevige conclusies getrokken, ook over de rol van NS in het Tilburgse project. De gemeente Tilburg, NS en het Spoorwegmuseum hebben volgens de commissie allemaal steken laten vallen. Begin februari 2019 hebben partijen bekendgemaakt dat zij gezamenlijk en elk vanuit de eigen verantwoordelijkheid tot een regeling komen. Om op deze manier zo snel mogelijk duidelijkheid te bieden aan de betrokkenen.

NS heeft haar aandeel in de verwachte kosten reeds voorzien per 31 december 2019 en geupdate naar de inzichten per 31 december 2020. De mutatie van de voorziening is opgenomen onder de overige bedrijfslasten.

Verder heeft de Politie in opdracht van het Openbaar Ministerie (OM) strafrechtelijk onderzoek gedaan, waarbij NedTrain als één van de verdachten werd aangemerkt. Het onderzoek is afgerond en het OM heeft bekend gemaakt dat het NedTrain gaat vervolgen voor medeplegen van c.q. medeplichtigheid aan overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet. De uitkomst van de strafrechtelijke vervolging is nog onzeker.

Langlopende contracten

Ultimo 2020 bestaat een aantal meerjarige financiële verplichtingen jegens derden. In de eerste plaats hebben deze betrekking op leaseovereenkomsten voor treinen, bedrijfsauto’s en reproductieapparatuur. In de tweede plaats gelden meerjarige contracten voor dienstverlening door derden op het gebied van automatisering, onderhoud en schoonmaak.

De Groep heeft diverse leasecontracten die per 31 december 2020 nog niet zijn ingegaan. De toekomstige betalingen voor deze niet-opzegbare leasecontracten bedragen € 92 miljoen op ten hoogste één jaar, € 265 miljoen op ten hoogste vijf jaar en € 270 miljoen daarna.

In maart 2021 worden, twee langlopende leningen die afgesloten zijn in december 2020 voor een totaalbedrag van € 300 miljoen, gestort.

Energiecontracten

Ultimo 2020 bedraagt de afnameverplichting van het energiecontract in Nederland van de reeds afgedekte volumes, de vergoeding voor Programma Verantwoordelijkheid en de opslag voor groene stroom voor de periode 2020-2024 (het restant van het 10-jarige contract) € 205 miljoen (stand ultimo 2019 € 235 miljoen). Het voor 2021 en 2022 verwachte volume is nagenoeg volledig afgedekt. De transportkosten en energiebelasting maken geen deel uit van de weergegeven afnameverplichting. Indien het verschil tussen marktwaarden en contractwaarde boven een bepaalde drempel uitkomt, dient de Groep dan wel Eneco garanties dan wel cash collateral te stellen aan de andere partij. De storting en verplichting, indien deze er zijn, worden met elkaar gesaldeerd aangezien beide onlosmakelijk met elkaar samenhangen. Ultimo 2020 heeft NS € 0 miljoen (ultimo 2019: € 9 miljoen) aan zekerheden ontvangen in de vorm van margin gelden.

Voor een nadere toelichting op energiecontracten wordt verwezen naar noot 25.

Fiscale eenheid

Alle tot de Groep behorende Nederlandse dochterondernemingen voor de vennootschapsbelasting zijn gevoegd in de fiscale eenheid NV Nederlandse Spoorwegen. Dientengevolge is de Groep hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschulden van de in de fiscale eenheid opgenomen dochterondernemingen.

Investeringsverplichtingen

Ultimo 2020 heeft de Groep investeringsverplichtingen uitstaan voor €1.184 miljoen (2019: € 1.312 miljoen), voornamelijk voor de aankoop en revisie van treinen en investeringen in stationsomgevingen.

Voorwaardelijke verplichtingen

Van het aandeel van de Groep in het geplaatste aandelenkapitaal (omgerekend € 139 miljoen) van Eurofima AG is omgerekend € 28 miljoen gestort. De Groep heeft een opeisbare volstortingsverplichting en garantieverplichtingen voor omgerekend € 251 miljoen. De verplichting kan worden opgeëist indien de eigen vermogenspositie van Eurofima AG daar aanleiding toe geeft.

Als gevolg van de afspraken over de IC Brussel met de Belgische vervoerder in het kader van het hoofdrailnet houdt de Groep rekening met een voor de Groep negatief saldo in de verrekening van de exploitatielasten van dit traject. De omvang van dit saldo is afhankelijk van het exploitatieresultaat op dat traject. De verwachte uitkomsten maakt onderdeel uit van de toets op de bijzondere waardevermindering HRN zoals toegelicht in noot 14.

Garanties

De Groep heeft voor een bedrag van € 421 miljoen (31 december 2019: € 454 miljoen) garanties (exclusief de reeds getrokken leningen) verstrekt ter zake uitvoering van concessie in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Hierin is begrepen een bedrag van € 244 miljoen die als PCS garantie is afgegeven, maar die onderdeel uitmaakt van de voorziening beëindigingsvergoedingen (zie noot 29).

Concessies

Gedurende 2020 heeft de Groep de volgende concessies:

Concessies in 2020

Expiratiedatum

Type contract

Nederland

  

Hoofdrailnet/ HSL-Zuid

31 december 2024

netto

Treindienst Gouda- Alphen aan den Rijn

11 december 2031

netto

Verenigd Koninkrijk

  

Merseyrail-concessie rondom Liverpool

20 juli 2028

gemengd

Greater Anglia-concessie (East Anglia)

12 oktober 2025

gemengd

Abellio London-concessies (bus)

zie hierna

bruto

ScotRail-concessie in Schotland

31 maart 2022

gemengd

West Midlands treinconcessie

31 maart 2026

gemengd

East Midlands treinconcessie (vanaf 18 augustus 2019)

21 augustus 2027

gemengd

Duitsland

  

Ruhr Sieg Netz

december 2034

bruto

Der Mungstener

december 2028

bruto

Saale-Thüringen-Südharz

december 2030

bruto

Niederrhein-Netz

december 2028

bruto

Rhine-Ruhr-Express (start van de operatie in twee stappen; december 2018 en december 2020)

december 2033

bruto

Stuttgarter Netze

december 2032

bruto

Dieselnetz Sachsen-Anhalt

december 2032

bruto

S-Bahn Rhein-Ruhr

december 2034

bruto

Toelichting

Een netto contract is een contract met omzetrisico ten aanzien van reizigersopbrengsten.

Een bruto contract is een contract zonder omzetrisico ten aanzien van reizigersopbrengsten.

Een gemengd contract is een netto contract met bepaalde beschermingsconstructies ten aanzien van reizigersopbrengsten.

Nederland

Hoofdrailnet

De hoofdrailnet-concessie (HRN) is verleend door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en betreft het reizigersvervoer per spoor op het hoofdrailnet in Nederland. De oude HRN-concessie en de HSL-concessie (zie volgende paragraaf) eindigden eind 2014 en het ministerie heeft in december 2014 een nieuwe geïntegreerde hoofdrailnet-concessie aan NS verleend voor de periode 1 januari 2015 tot 31 december 2024. De treindiensten over de HSL-Zuid vallen met ingang van 1 januari 2015 ook onder deze concessie. In de concessie is vastgelegd dat de prestaties over de duur van de concessie verbeteren. De evaluatie zal over 2024 plaatsvinden. Indien NS de streefwaarden voor 2024 niet haalt, is NS per niet behaalde prestatie-indicator een geldsom verschuldigd van € 1,5 miljoen tot een maximum totaalbedrag van € 19,5 miljoen per evaluatiemoment. Indien NS aan voorwaarden heeft voldaan dan is een maximale bonus te behalen van € 10 miljoen per evaluatie. Daarnaast kan het ministerie aan NS een boete van maximaal € 6,5 miljoen per jaar opleggen als NS de bodemwaarden uit de concessie voor de prestatie-indicatoren niet haalt. De prestatie-indicatoren worden gemeten op de prestatiegebieden: algemeen (klantoordeel), deur-tot-deur reis, reisgemak (vervoercapaciteit in de spits), reisinformatie (bij ontregelingen), (sociale) veiligheid en betrouwbaarheid (reizigerspunctualiteit). Over 2019 heeft NS een bonus verantwoord van € 5,5 miljoen als gevolg van behaalde prestatie-indicatoren.

Met de overheid zijn onder andere afspraken gemaakt ten aanzien van de productiemiddelen (met name rollend materieel) die worden ingezet ten behoeve van de uitvoering van de hoofdrailnet concessie. Afhankelijk van de eigendomssituatie en de vorm van aanbesteding kunnen de productiemiddelen bij (gedeeltelijk of geheel) verlies van de hoofdrailnet-concessie worden verhuurd aan de opvolgende concessiehouder, worden verkocht tegen boekwaarde en/of zullen de leases één op één worden overgenomen door de opvolgende concessiehouder.

In 2020 bedraagt de totale gebruiks- en concessievergoeding € 172 miljoen voor de geïntegreerde hoofdrailnet/HSL-Zuid concessie. In het onderhandelakkoord van 2011 is een correctiemechanisme opgenomen ter afwending van het faillissement van HSA. Dit correctiemechanisme is overgenomen in de uitvoeringsovereenkomst ten behoeve van de concessie en heeft de volgende strekking. Indien het gemiddelde rendement van de concessiehouder over een vastgestelde periode lager is dan de drempelwaarde (4%) heeft zij recht op een correctie van de concessieprijs (ten hoogte van het verschil tussen het werkelijke rendement en 4%, waarbij de correctie over de totale concessieduur is gemaximeerd op € 144 miljoen prijspeil 2010). Over 2015 bestond geen recht op een dergelijke correctie. Het eventuele recht op een correctie is in 2016 voor het eerst berekend over het gemiddelde rendement van 2015 en 2016, vervolgens steeds over de voorgaande drie jaren. Een op grond van de uitvoeringsovereenkomst ontstaan recht op een correctie van de concessieprijs komt niet te vervallen op het moment dat in latere jaren het rendement hoger is dan de drempelwaarde. De uitbetaling van een ontstaan recht op een correctie van de concessieprijs zal conform de uitvoeringsovereenkomst gespreid plaatsvinden. Het correctiemechanisme met betrekking tot de gemiddelde rentabiliteit zal gedurende de concessie lineair worden verantwoord over de gehele concessieduur.

In de concessie is ook een correctiemechanisme opgenomen ten aanzien van een verrekening van eventuele meevallers in de energieprijsontwikkelingen over de periode van de concessie. Deze correctie wordt cumulatief berekend waarbij NS 75% van het verschil tussen de werkelijke energieprijzen en de geprognosticeerde energieprijzen volgens de business case verschuldigd is aan I&W, waarbij geen correctie plaatsvindt op het moment dat het cumulatief werkelijk rendement onder het cumulatief normrendement ligt. Los van bovenstaande berekening is NS over 2016 éénmalig een bedrag van € 56 miljoen onvoorwaardelijk verschuldigd aan het ministerie. Deze betaling wordt lineair geamortiseerd over de gehele looptijd van de concessie. De regeling is gemaximeerd op € 290 miljoen (inclusief éénmalige betaling) en zal nooit leiden tot een betaling van I&W aan NS. Over 2020 en voorgaande jaren is geen correctie energiekosten verschuldigd.

In juni 2020 heeft het ministerie van I&W het voornemen bekend gemaakt om de concessie vanaf 2025 onderhands aan NS te gunnen. Dit is in september 2020 door de 2e kamer bevestigd. De looptijd en de voorwaarden van de concessie zijn nog niet bekend.

Concessie Gouda-Alphen aan den Rijn

In 2020 heeft NS de concessie Gouda – Alphen aan den Rijn uitgevoerd met een looptijd tot en met 11 december 2031.

De concessie is verleend door de betrokken provincie. Voor de uitvoering van de concessie wordt een vergoedingsbedrag ontvangen van de concessieverlener.

Verenigd Koninkrijk

Hierna zijn per concessie de oorspronkelijke concessievoorwaarden opgenomen. Vanwege corona is op dit moment sprake van tijdelijke contracten. In het Verenigd Koninkrijk hebben de concessieverleners DfT en TS bij het uitbreken van corona de contractvoorwaarden voor Greater Anglia, East- en West Midlands en ScotRail tot en met 20 september 2020 gewijzigd middels de EMA’s. Vervolgens heeft de concessieverlener Dft opvolging gegeven aan de termijn van de EMA’s door ERMA’s voor Greater Anglia, East- en West Midlands. Deze ERMA’s zijn door Abellio ondertekend. Vervolgens worden na afloop van deze contractvorm de contracten mogelijk omgezet naar nieuwe ‘direct award’ contracten. Door deze contractuele wijzigingen is het risico met betrekking tot de reizigersopbrengsten verlegd naar de concessieverleners. Als onderdeel van het aangaan van deze ERMA’s vereist het Dft mogelijk een beëindigingsvergoeding/netto activa betaling. Deze zijn door Abellio voorzien. Met Transport Scotland wordt constructief overlegd over een verdere verlenging van de EMA met betrekking tot de ScotRail concessie. Hiervan wordt verondersteld dat deze wordt gecontinueerd van maart 2021 tot het einde van de originele concessietermijn.

Merseyrail-concessie

Deze concessie wordt geëxploiteerd als een 50/50 joint venture met Serco, een beursgenoteerde Britse onderneming. Het betreft het personenvervoer op het spoorwegnet in de regio rond Liverpool. Er bestaat een verplichting om welomschreven diensten (dienstregeling, kwaliteit van de dienst) te exploiteren tegen een vaste vergoeding die door de regionale autoriteiten wordt betaald. Om de vijf jaar vindt er een evaluatie plaats, waarbij onder meer wordt nagegaan of de activiteiten nog steeds "efficiënt" zijn. De jaarlijkse betaling van de overheid (de subsidie) wordt bepaald in het contract en wordt jaarlijks geïndexeerd.

Greater Anglia-concessie (East Anglia)

Abellio won in augustus 2016 de nieuwe Greater Anglia concessie. Deze concessie wordt geëxploiteerd door Abellio East Anglia Ltd. De concessie exploiteert het reizigersvervoer op het spoorwegnet in de regio Anglia in het oosten van Engeland.

ScotRail concessie

Abellio heeft in oktober 2014 de ScotRail-concessie gewonnen. De concessie is op 1 april 2015 van start gegaan en heeft een looptijd van 7 jaar. De ScotRail-concessie is toegekend door Transport Scotland en wordt geëxploiteerd door de volle dochter Abellio ScotRail Ltd, die intercity-, regionaal en provinciaal personenvervoer per trein op het Schotse nationale spoorwegnet verzorgt. Er bestaat een verplichting om de gespecificeerde diensten (dienstregeling, kwaliteit van de diensten) te verlenen tegen een vooraf vastgestelde vergoeding die door de overheid wordt betaald (subsidie) en die op jaarbasis wordt geïndexeerd. In december 2019 besloot de Schotse regering niet in te stemmen met onze commercieel levensvatbare optie om de concessie te verlengen tot 2025 en maakte vervolgens gebruik van de breekclausule in de concessieovereenkomst om de ScotRail-concessie begin maart 2022 te beëindigen. Deze situatie is als zodanig verwerkt in de financiële analyses (zie ook noot 14).

West Midlands concessie

Abellio startte de West Midlands concessie op 10 december 2017. De concessie loopt tot 31 maart 2026. Het bestrijkt het gebied rond Birmingham en de diensten van Londen Euston naar Crewe en van Liverpool naar Birmingham. De concessieovereenkomst bepaalt dat in 2021 nieuwe treinen moeten worden geïntroduceerd om ruimte te bieden aan meer passagiers tijdens piekperiodes in Birmingham en Londen. De lange treinen betekenen meer zitplaatsen en meer ruimte voor passagiers. In deze concessie wordt ook geïnvesteerd in een beter ticketsysteem en betere reisinformatie als onderdeel van de veranderingen die bedoeld zijn om de reizen van passagiers te verbeteren.

East Midlands concessie

Abellio startte de East Midlands concessie op 18 augustus 2019. De concessie loopt tot 21 augustus 2027. De concessie omvat de Midland Main Line, met als eindpunt London St. Pancras, waar de diensten naar Derby, Leicester, Sheffield en Nottingham worden uitgevoerd. Het omvat ook een netwerk van lokale lijnen die bestemmingen zoals Grantham, Lincoln en Mansfield bedienen. De routes omvatten ook diensten naar Luton Airport en East Midlands Parkway. De concessieovereenkomst voorziet in de introductie van gloednieuwe treinen die de bestaande intercityvloot volledig vervangen en de passagiers zullen profiteren van een toename van 80% van het aantal ochtendspitszitplaatsen in Nottingham, Lincoln en St Pancras. Passagiers zullen ook snellere reistijden over lange afstanden zien, een nieuwe expresdienst van Corby via Luton naar Londen, de invoering van verbeterde vertragingsvergoedingen en flexipasstickets voor een betere prijs-kwaliteitsverhouding.

Londen

Abellio London exploiteert buslijnen in Londen vanuit een aantal depots (met een marktaandeel van 8%). De concessies hebben een gemiddelde looptijd van 5 jaar met een optie voor een verlenging van 2 jaar, afhankelijk van het behalen van verschillende prestatiecriteria.

Duitsland

Abellio exploiteert verschillende treindiensten in de regio's Noordrijn-Westfalen (NRW), Centraal- en Zuid-Duitsland tegen een vooraf door de overheid bepaalde vergoeding (subsidie), die jaarlijks wordt geïndexeerd. De concessies hebben een looptijd die op verschillende momenten tussen 2028 en 2034 afloopt.

In december 2016 is het Duitse deel van de Niederrhein-Netz-concessie van start gegaan, van Düsseldorf tot Arnhem (Nederland).

In juni 2016 kreeg Abellio twee routes van de RRX (Rijn-Ruhr-Express) toegewezen, waarvan de exploitatie in twee stappen zal starten. De eerste route, van Münster naar Dortmund, Düsseldorf, Keulen en Aken, startte op 9 december 2019 en de tweede, van Düsseldorf naar Dortmund, Paderborn en Kassel, in 2020.

In november 2016 won Abellio de Stuttgarter Netze concessie. Abellio zal de concessie vanaf juni 2020 exploiteren met nieuwe treinen in de regio Baden-Württemberg.

Abellio won in december 2016 ook de DISA-concessie (DISA) voor het Sachsen-Anhaltische dieselnet. Abellio begon deze concessie vanaf 9 december 2019 op een aantal routes in de regio Sachsen-Anhalt.

In juli 2016 won Abellio de S-Bahn Rhein-Ruhr-concessie. Abellio exploiteert deze concessie vanaf december 2020 op een aantal routes in de regio NRW.

In december 2016 slaagde Abellio er met succes in om haar Ruhr-Sieg-Netz-concessie te verdedigen. Abellio startte de exploitatie van de concessie vanaf 2020 met een aantal treinen.

Op 6 december 2017 breidde de Groep zijn belang in WestfalenBahn uit van 25% naar 100%. WestfalenBahn is gevestigd in Bielefeld. Met de Expresslines Emsland verbindt het de steden Braunschweig en Hannover in Nedersaksen met Bielefeld en Rheine in Noordrijn-Westfalen. Vanuit Münster is er een directe lijn via Meppen en Leer naar Emden aan de Noordzee.

Toevoegen aan verslag
Print pagina